Page 18 - Algemene Anatomie Atlas
P. 18
DE HUID
BIJ DE HUID HORENDE ORGANEN. ZWEETKLIEREN
ZWEET
De secretie van de
zweetklieren. Zweet
bestaat hoofdzakelijk
uit water, waarin grote
hoeveelheden
mineralen zijn
opgelost. De
verdamping van zweet
opperhuid temperatuurregeling
speelt een belangrijke
rol in de
buitenwand van de van het lichaam.
zweetklier
Een laag van myo-epitheelcellen die
de gehele zweetklier omgeeft. porie
De opening van het
buisje van de zweetklier
naar buiten toe. Ze
binnenwand van de bevindt zich meestal dicht
zweetklier in de buurt van een
Een laag van epitheelcellen die in het haarfollikel.
uitscheidingsbuisje dubbelwandig en
in het producerende gedeelte lederhuid
enkelwandig is. De wand vormt de
binnenvoering van de zweetklier.
uitscheidingsbuisje
Een buisachtig systeem dat, te
capillaire bloedvaten beginnen in het producerende
Kleine capillairen die bloed naar gedeelte, in een kronkeling naar
de basis van het producerende buiten gaat en in de opperhuid
deel van de zweetklier brengen. uitkomt.
21
onderhuid
sympathisch zenuwuiteinde
De zweetklieren worden beheerst door
het autonome zenuwstelsel en krijgen producerend deel
daarom hun impulsen vanuit dat In het diepste deel van de lederhuid is
onwillekeurig stelsel. het buisje zeer gekronkeld en gevoerd
met cellen die zijn gespecialiseerd in
het produceren van zweet.
SAMENSTELLING VAN ZWEET VERSPREIDING VAN DE
ZWEETKLIEREN
EXOCRIENE KLIEREN
De exocriene klieren zijn kleine
klieren die over het hele lichaam
voorkomen. Ze scheiden een
waterig zweet uit.
• water: 98% • pyrodruivenzuur: 4,4 mg/100 cc
• totaal stikstof: 25-60 gr/100 cc • tyrosine: 3,2 mg/100 cc
• ureum: 10-575 mg/100 cc • threonine: 5,5 mg/100 cc
• chloor: tot 40 mlEq/l • arginine: 13,5 mg/100 cc APOCRIENE KLIEREN
• natrium: 10-60 mlEq/l • histidine: 8 mg/100 cc De apocriene klieren scheiden een
• kalium: 3-10 mlEq/l zeer dik zweet uit. Ze beginnen
• melkzuur: 45-450 mg/100 cc niet te werken voordat de puberteit
• urinezuur: 0,7-2,5 mg/100 cc is bereikt.