Page 23 - Algemene Anatomie Atlas
P. 23
HET SPIERSTELSEL
DE SCHEDEL EN HET GEZICHT: OPPERVLAKKIGE SPIEREN
VOORAANZICHT
peeskap van de schedel of galea aponeurotica voorhoofdsspier wenkbrauwspier
Dunne peesplaat die boven over de schedel loopt en stevig Een spier die onder de huid van het voorhoofd doorloopt, van Een kleine, dunne
met de huid is verbonden, waardoor hij soepel over het bot de galea aponeurotica tot de bovenste rand van de oogkas. Bij aangezichtsspier die
kan glijden. Hier ontspringen alle huidspieren die over de samentrekking wordt de galea aponeurotica aangespannen, achter de ooglidspier
schedel lopen. maar ook wordt de spier gebruikt bij fronsen en het optrekken en de voorhoofdsspier
piramidespier van de wenkbrauwen. ligt, onder de
Een aangezichtsspier die wenkbrauw. De spier
verticaal over de neusrug maakt fronsen
loopt, van het oog naar mogelijk.
het kraakbeen en de
botten die de neus
vormen. Samentrekking
van deze spier resulteert kringvormige
in een frons tussen de ooglidspieren
wenkbrauwen. Een kringspier die rondom
de oogkas loopt. Hij loopt
van de binnenkant van het
hefspier van oog naar de buitenkant en is
neusvleugel en verbonden met de huid van
bovenlip de oogleden. De spier maakt
Een aangezichtsspier die het openen en sluiten van
langs de binnenkant van het de ogen, knipperen en
bovenste kaakbeen loopt. knipogen mogelijk.
Vandaaruit wordt de spier
gesplitst: een gedeelte loopt
naar de huid van de
neusvleugel en het andere
deel naar de huid van de neusspier
bovenlip. Samentrekking Deze spier wordt ook wel
zorgt ervoor dat de de dwarse neusspier
neusvleugels en bovenlip genoemd. Een
worden opgetrokken en dat aangezichtsspier die loopt
26 de neusgaten wijder worden. van de middellijn van het
kraakbeen naar de huid die
kleine jukbeenspier de over de neusvleugels
Een aangezichtsspier die ligt. Bij samentrekking
in de wang ligt en van het worden de neusgaten
jukbeen naar de huid van dichtgedrukt en verschijnen
de bovenlip. er verticale huidplooien.
Samentrekking zorgt
ervoor dat de lippen naar
buiten en omhoog worden
getrokken. hefspier in de mondhoek
Deze spier loopt van het jukbeen
naar de huid in de mondhoeken,
grote jukbeenspier die omhoog worden getrokken
Een lange, dunne wanneer de spier wordt
aangezichtsspier die van aangespannen.
het jukbeen naar de huid
van de verbinding of
commissuur van de lippen trompetterspier
loopt. Bij samentrekking Een aangezichtsspier die in de
wordt de commissuur huid naast de mondhoeken ligt en
omhooggetrokken, in aan de binnenkant van de wang
aanvulling op de actie van naar de bovenste rand van de
de hefspier in de onderkaak en de onderste rand
mondhoek. van de bovenkaak loopt. De
belangrijkste taak van deze spier
lachspier is het naar de zijkant trekken van
Een aangezichtsspier de mondhoeken, maar hij werkt
die belangrijk is om te ook samen met andere spieren bij
kunnen glimlachen, blazen, fluiten en kauwen.
omdat hij de lipnaad
omhoog en naar buiten
beweegt. De spier ligt in
de huid bij de
oorspeekselklier en depressorspier in de platysma depressorspier van mentalisspier kringvormige mondspier
loopt vandaar naar de mondhoek Brede platte huidspier in de hals. de onderlip Korte aangezichtsspier die Een ellipsvormige aangezichtsspier
mondhoek.
Wordt door de vorm ook wel De spier ligt direct onder de huid Een spier die in de onderste voor op de kin ligt. De die van de ene mondhoek naar de
de driehoekige lipspier en loopt van dichtbij de onderlip rand van het kinbeen ligt en spier is verbonden met de andere loopt via twee spierbundels,
genoemd. Hij is verbonden met en de kin naar de huid over het waarvan de vezels zijn buitenste botlaag en loopt een langs de bovenlip en een langs
hefspier van de de onderste rand van de sleutelbeen. Bij samentrekking aangehecht aan de huid over naar de huidlaag in dit de onderlip, met in het midden een
bovenlip onderkaak en het hoogst wordt de huid van de kin en de onderlip. Door deze spier gebied, zodat bij opening voor de mond. In de
Een aangezichtsspier die liggende deel van de huid in de onderlip naar beneden getrokken. samen te trekken kan de samentrekking de kin mondhoeken zijn de spieren
van het kaakbeen onder de mondhoek. Samentrekking laat Samen met de depressorspier in onderlip naar voren en naar omhoogkomt. verbonden met de huid en de
oogkas naar de bovenlip de mondhoeken naar beneden de mondhoek wordt zo verdriet of beneden worden getrokken. bijbehorende kaakbeenderen. Deze
loopt en bij samentrekking bewegen, zodat verdriet of afkeer uitgebeeld. spieren maken het openen en sluiten
het middelste deel van de afkeer kan worden uitgebeeld. van de lippen mogelijk en werken
bovenlip optrekt. samen met andere spieren om te
blazen, zuigen, fluiten enzovoort.