Page 46 - Algemene Anatomie Atlas
P. 46
HET SPIERSTELSEL
HET ONDERBEEN. OPPERVLAKKIGE SPIEREN
halfvlezige spier
ZIJAANZICHT, BINNENZIJDE Een spier die deels is bedekt
door de halfpezige spier. Hij
wordt halfvlezige spier genoemd
omdat het bovenste derde deel
halfpezige spier
bestaat uit een pezig vlies. Hij
Een spier die ontspringt in het ontspringt in het darmbeen en is
darmbeen en langs de verbonden met het bovenste
achterkant van het dijbeen deel van het scheenbeen. De
naar beneden loopt. Voorbij spier heeft dezelfde functie als
de knie verandert hij in een de halfpezige spier.
pees, de pes anserinus, die
een gemeenschappelijke
pees is voor twee andere
spieren boven in het
scheenbeen: de slanke spier
kleermakersspier en de Een lange, dunne spier die
slanke spier. Bij ontspringt in het schaambeen
samentrekking wordt het en de binnenzijde van het
onderbeen over het dijbeen dijbeen volgt naar de bovenkant
gebogen en roteert de dij van het scheenbeen, waar hij
naar binnen. De spier strekt door middel van een
ook het dijbeen over het gezamenlijke pees, de pes
bekken.
anserinus, met twee andere
spieren is verbonden, de
halfpezige spier en de
kleermakersspier. De slanke
knieschijf
spier buigt het onderbeen ten
Een plat, rond bot dat voor op opzichte van de dij en sluit de
het kniegewricht ligt. dijbenen.
ganzenvoet of pes
anserinus
Een dikke pees die zich bevindt
aan de binnenzijde van het
bovenste deel van het lange teenbuigspier
Een spier die ontspringt aan
scheenbeen en ontspringt op 49
de achterkant van het
de plek waar de pezen van drie
kuitbeen en als pees achter
spieren samenkomen: de
de binnenenkel langsloopt
kleermakersspier, de
naar de voetzool, waar hij zich
halfpezige spier en de slanke
splitst in vier delen die bij de
spier. De Latijnse naam
verste kootjes van de vier
betekent ook ganzenvoet, wat
laatste tenen uitkomt, die zich
de vorm verklaart.
buigen bij samentrekking.
voorste
scheenbeenspier
Een dikke spier die over de
voorkant van het onderbeen
loopt naar de binnenzijde van
de voet. Hij ontspringt aan de lange buigspier van
bovenkant van het scheenbeen. de grote teen
Hij loopt naar beneden en komt Een spier die parallel loopt
uit in een krachtige pees die met de teenbuigspieren,
onder de peesband van de hoewel hij ontspringt in het
teenstrekspieren door loopt en kuitbeen. Hij loopt als pees
verbonden is met het eerste achter de binnenenkel langs
middenvoetsbeentje en het naar de voetzool, waar hij is
eerste wiggebeentje. Bij verbonden met het tweede
samentrekking wordt de voet kootje van de grote teen. De
gebogen ten opzichte van het spier buigt de grote teen.
been, draait de voet richting de
mediaan en roteert de voet
naar binnen. driehoekig ligament
Het gewrichtsvlak van
scheenbeen en voetwortel
kam van het
scheenbeen wordt aan de binnenzijde
De voorste rand van het versterkt door een sterk
ligament waarvan de bovenlaag
scheenbeen. Hij wordt niet een driehoekige vorm heeft,
bedekt door spieren en is dus vandaar ook de naam. Hij loopt
duidelijk voelbaar onder de huid.
van de binnenenkel naar het
hielbeen of calcaneum,
peesband van de scheepvormig been of os
teenstrekspieren naviculare en enkelbot.
Een vezelachtig ligament dat
over de voorkant van de enkel
loopt. De binnenkant wordt peesband van de
gevormd door een onderste en teenbuigspieren
een bovenste tak, die zich Een ligament dat over de
verderop splitsen in een diepe en binnenenkel loopt naar de
oppervlakkige tak. De pezen van binnenkant van het hielbeen.
de spieren aan de voorkant van De pezen van de buigspieren
het been lopen onder dit ligament aan de achterkant van het
door naar de rug van de voet en been lopen onder dit
worden hierdoor gestabiliseerd. ligament door en worden
hierdoor gestabiliseerd.