Page 42 - Algemene Anatomie Atlas
P. 42
HET SPIERSTELSEL
HET DIJBEEN. OPPERVLAKKIGE SPIEREN
ACHTERAANZICHT
grote bilspier peesblad van het borst- peesblad van de bil
Een dikke spier die vormgeeft lendengebied Een zeer dik peesvlies dat de
aan de billen. Hij ontspringt in Een dik vlies dat de rugspieren bilspieren aan de buitenkant
de kam van het darmbeen, het bedekt en naar de kam van het bedekt. Hij ontspringt in de kam
heiligbeen, het staartbeen en darmbeen in het bekken loopt. van het darmbeen en loopt tot het
de lumbodorsale fascie. Hij dijbeen, waar hij samenkomt met
loopt als dikke spiermassa, die de dijbeenfascie of fascia lata.
is verbonden met het kleine kop
darmbeen-scheenbeenkanaal van de
en de biluitsteeksels onder de tweehoofdige
trochanter major in het dijbeenspier
dijbeen, schuin naar beneden.
Een deel komt samen met de Het korte deel van de
spanner van de fascia lata.De twee onderdelen van
spier strekt het dijbeen naar de tweehoofdige
achteren en draait het naar dijbeenspier. Hij
buiten. Ook helpt hij een ontspringt aan de
goede houding te verzekeren binnenzijde van het
door het bekken boven het dijbeen, in de linea
dijbeen te houden. aspera.
grote
aanvoerderspier
Een brede spier die van darmbeen-
het darmbeen in het scheenbeenkanaal
bekken naar de Een vezelachtig vlies dat
binnenzijde van het aan de achterkant over het
dijbeen loopt. Hij ligt dijbeen kruist en wordt
onder de gevormd door de
kleermakersspier, kleine verlenging van het vlies
aanvoerderspier en dat het dijbeen bedekt, de
quadriceps aan de fascia lata. 45
voorkant van het
dijbeen. De spier duwt
de dijbenen naar binnen
en draait ze. tweehoofdige
dijbeenspier
Een dikke spier die achter
over het buitenste deel van
het dijbeen loopt. Het
slanke spier bovenste deel bestaat uit
Een lange, dunne spier die twee delen, de korte en de
ontspringt in het lange kop, die samenkomen
schaambeen en de en uitlopen in een enkele,
binnenzijde van het dijbeen lange pees die is verbonden
volgt naar de bovenkant van met de bovenkant van het
het scheenbeen, waar hij kuitbeen of fibula.De
door middel van een tweehoofdige dijbeenspier
gezamenlijke pees, de pes buigt het onderbeen ten
anserinus, met twee andere opzichte van het dijbeen,
spieren is verbonden, de terwijl tegelijkertijd het
halfpezige spier en de dijbeen iets naar buiten
kleermakersspier. De slanke wordt gedraaid. De spier
spier buigt het onderbeen strekt de dij ook over het
ten opzichte van de dij en bekken.
sluit de dijbenen.
lange kop van de
tweehoofdige
halfpezige spier
dijbeenspier
Een spier die ontspringt in
het darmbeen en langs de Een van de twee delen die
achterkant van het dijbeen samen de tweehoofdige
naar beneden loopt. Voorbij dijbeenspier vormen. Hij
de knie verandert hij in een ontspringt in het darmbeen
pees, de pes anserinus, die en loopt schuin naar
een gemeenschappelijke beneden langs de
pees is voor twee andere achterzijde van het dijbeen.
spieren boven in het halfvlezige spier
scheenbeen: de Een spier die deels is bedekt kniekuilbot
kleermakerspier en de door de halfpezige spier. Hij Een romboïdeuze ruimte aan de
slanke spier. Bij wordt halfvlezige spier genoemd achterzijde van de knie,
samentrekking wordt het omdat het bovenste derde deel omgeven door de spieren aan
onderbeen over het dijbeen bestaat uit een pezig vlies. Hij de achterzijde van het dijbeen
gebogen en roteert de dij ontspringt in het darmbeen en is en onderbeen (halfvlezig,
naar binnen. De spier strekt verbonden met het bovenste tweehoofdige dijbeenspier en
ook het dijbeen over het deel van het scheenbeen. De kuitspier). Hij biedt ruimte voor
bekken. spier heeft dezelfde functie als bloedvaten en zenuwen die van
de halfpezige spier. het dijbeen naar de rest van het
onderbeen lopen.