Page 41 - Algemene Anatomie Atlas
P. 41

HET SPIERSTELSEL






               HET DIJBEEN. OPPERVLAKKIGE SPIEREN

               VOORAANZICHT

                                    spina iliaca        darmbeen-lendenspier of iliopsoasspier     pectinatusspier
                                anterior superior  Een spier die uit twee delen bestaat: de grote lendenspier, die ontspringt in de onderste  Een platte spier die van het bekken naar het
                              Een benig uitsteeksel dat  rib en de lendenwervels, en de darmbeenspier, die ontspringt in het darmbeen en het  dijbeen loopt. Hij ontspringt in het schaambeen en
                                de voorste rand van de  heiligbeen. De twee delen komen samen en zijn bij het dijbeen verbonden aan de  het liesligament en loopt schuin naar beneden
                                kam van het darmbeen  trochanter minor. Deze spier buigt het dijbeen ten opzichte van het bekken om het   naar een pees die is verbonden met de trochanter
                 spanner van de        aangeeft.  naar voren te bewegen en een goede houding bij het staan te verzekeren.  minor van het dijbeen. Bij samentrekking wordt het
                fascia lata of het                                                                 dijbeen gesloten, terwijl tegelijkertijd de dij naar
                  brede dijvlies                                                                   buiten roteert. Ook helpt de spier bij het buigen
           Platte spier die ontspringt in de                                                       van de dij over het bekken.
             kam van het darmbeen, de
            spina iliaca anterior superior
               en het peesblad van de
             bilspieren. Een spierbundel
            loopt zijdelings naar beneden
               en komt samen met de
              ligamenten van het brede                                                          schaambeen         slanke spier
               dijvlies of fascia lata of                                                       Het voorste bot van de drie  Een lange, dunne spier die
           peesblad van de dij, terwijl de                                                      die samen het heupbeen  ontspringt in het schaambeen
           andere spierbundels uitkomen                                                         vormen. In dit gebied  en de binnenzijde van het
              in het uitsteeksel aan het                                                        creëert het een kam  dijbeen volgt naar de
           scheenbeen. Bij samentrekking                                                        waaraan de dij- en  bovenkant van het
             strekt het de buitenkant van                                                       bekkenspieren zijn  scheenbeen, waar hij door
           het peesblad van de dij, terwijl                                                     verbonden.         middel van een gezamenlijke
            ook de dij wordt gespreid. De
                                                                                                                   pees, de pes anserinus, met
             spier helpt bij het zijdelings
                                                                                                                   twee andere spieren is
              buigen van het bekken en
                                                                                                                   verbonden, de halfpezige
             zorgt voor stabiliteit bij het
                                                                                                                   spier en de kleermakersspier.
                         staan.
                                                                                                                   De slanke spier buigt het
                                                                                                                   onderbeen ten opzichte van
                                                                                                                   de dij en sluit de dijbenen.
    44
                                                                                                                   lange aanvoerderspier
                                                                                                                   Ook wel de eerste
               kleermakersspier
                                                                                                                   aanvoerderspier genoemd.
             Een lange, dunne spier die                                                                            Hij loopt van het bekken naar
            schuin over de voorzijde van                                                                           het dijbeen en loopt parallel
              de dij loopt, van de spina                                                                           met de pectinatusspier. Hij
             iliaca anterior superior naar                                                                         ontspringt in het schaambeen
                de binnenzijde van het                                                                             en is verbonden met de
              scheenbeen. In dit gebied                                                                            binnenzijde van het dijbeen.
            deelt hij een dikke pees met                                                                           Net als de andere
            de slanke spier en halfpezige                                                                          aanvoerderspieren zorgt hij
             spier, de pes anserinus. Bij                                                                          voor sluiting en rotatie naar
              samentrekking wordt het                                                                              buiten van het dijbeen.
               dijbeen naar het bekken
            gebogen, terwijl tegelijkertijd
               de dij naar buiten wordt
                gedraaid en gespreid.                                                                              quadriceps
                                                                                                                   Een dikke spier die aan de
                                                                                                                   voorkant van het dijbeen ligt.
                                                                                                                   Hij bestaat uit vier
                                                                                                                   spierbundels: de vastus
                                                                                                                   lateralis of brede dijbeenspier,
                                                                                                                   de vastus medialis of
                                                                                                                   binnenste dijbeenspier, de
              rechte dijbeenspier                                                                                  rectus femoris of rechte
                                                                                                                   dijbeenspier en de vastus
            Een deel van de quadriceps
              die in het midden van het                                                                            intermedius of middelste
             dijbeen ligt. Hij ontspringt in                                                                       dijbeenspier. Deze
              twee pezen aan de spina                                                                              spierbundels komen uit in een
              iliaca anterior superior en                                                                          breed, gezamenlijk
             het gewrichtskapsel van het                                                                           peesachtig blad dat met de
                    heupgewricht.                                                                                  knieschijf is verbonden en dan
                                                                                                                   doorloopt als de kniepees, die
                                                                                                                   weer uitkomt bij het
                                                                                                                   uitsteeksel aan het
                                                                                                                   scheenbeen. Deze spier strekt
                                                                                                                   het onderbeen, hoewel hij ook
                                                                                                                   het dijbeen buigt ten opzichte
              brede dijbeenspier                                                                                   van het bekken.
         Het buitenste gedeelte van de vier
          spieren die samen de quadriceps  knieligament
             vormen. Hij ontspringt in de  Een dik ligament dat van het                                            binnenste dijbeenspier
          trochanter major van het dijbeen.  hoogste deel van de knieschijf                                        Een deel van de quadriceps
                                  naar het uitsteeksel aan het                                                     dat is verbonden met de
                                  scheenbeen loopt. Het is een                                   knieschijf        binnenzijde van het dijbeen.
                                   verlenging van de pees die                                    Een plat, rond bot  Hij ontspringt in het
                                  onder aan de vier delen van                                    dat voor op het   overgangsgebied tussen het
                                  de quadriceps is verbonden.                                    kniegewricht ligt.  lichaam en de hals van dit bot.
   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46