Page 27 - Algemene Anatomie Atlas
P. 27
HET SPIERSTELSEL
DE BORSTKAS
VOORAANZICHT grote borstspier
Een brede, driehoekige spier die aan de binnenkant is verbonden aan de voorkant
van het borstbeen, het sleutelbeen en de onderste ribben. Hij wordt naar buiten toe
kleine borstspier ondersleutelbeenspier smaller en is door middel van een pees verbonden met het grootste uitsteeksel van
Een platte spier onder de grote borstspier. Hij ontspringt in de derde, vierde Een kleine spier die schuin het opperarmbeen. Bij samentrekking wordt de geheven arm naar beneden
en vijfde rib en loopt schuin omhoog tot het aanhechtingspunt in het omhoogloopt vanaf het getrokken en, als de arm al naar beneden is, wordt de schouder naar voren
ravenbekvormig uitsteeksel van het schouderblad. Bij samentrekking worden kraakbeen tussen de eerste twee getrokken en de rug gekromd. Daarnaast kan ook de borstkas omhoog worden
het schouderblad en dus de hele schouder naar beneden getrokken. Daarnaast ribben naar de onderrand van getild. De spier wordt aangestuurd door de borstzenuwen.
kan hij ook de ribben omhoogtrekken om beter adem te kunnen halen. het sleutelbeen. De spier trekt
het sleutelbeen en dus de
schouder naar beneden.
30
voorste getande
tussenribspieren spier
Platte spieren tussen Een spier die in de
de ribben, die vanaf zijwand van de
de onderrand van de borstkas ligt. Hij bestaat
bovenste rib tot de uit een reeks
bovenrand van de spierbundels die van de
onderste rib lopen. Ze negen of tien eerste
bestaan uit drie ribben naar de
spierlagen; de binnenste rand van het
binnenste, middelste schouderblad lopen en
en buitenste zijdelings langs de
tussenribspieren. De borstwand lopen. Bij
spieren trekken de samentrekking beweegt
ribben naar elkaar toe de binnenrand van het
of uit elkaar, om de schouderblad naar
borstkas tijdens het voren en wordt de
ademhalen uit te laten schouder opgetrokken.
zetten of samen te Daarnaast speelt de
spannen. spier ook een rol bij de
ademhaling, omdat hij
de ribben optilt en de
borstkas verwijdt.
rechte buikspier buitenste schuine
aponeurotische witte lijn Een platte spier die aan de voorkant van de buikspier
schede van de rechte Een vlies dat de buik ligt, aan weerszijden van de witte lijn. Hij Een brede spier die in de zijwand
buikspier aponeurotische scheden ontspringt in het tussenribkraakbeen van de van de buik ligt. Hij ontspringt in de
Een aponeurotische schede verbindt die over de vijfde, zesde en zevende ribben en in het onderste ribben en loopt schuin
die de rechte buikspier oppervlakkige buikspieren zwaardvormig aanhangsel van het borstbeen. naar buiten in de vorm van een
bedekt. De binnenste rand lopen. Het markeert de Hij loopt verticaal naar beneden naar de waaier die wordt gevormd door
vormt samen met de rand verticale middenlijn van de bovenrand van het schaambeen. Bij meerdere spierbundels en uitloopt
van de tegenoverliggende buikwand. samentrekking komt de borstkas naar voren of in een pezig vlies dat samenkomt
spier de witte lijn. wordt het bekken opgetild, terwijl tegelijkertijd met de schede van de rechte
de organen in de buik worden samengedrukt. buikspier. Bij samentrekking worden
De spier speelt een belangrijke rol bij de de ribben naar beneden getrokken,
stoelgang en tijdens de bevalling. de borstkas boven het bekken
overdwars aangespannen.