Page 26 - Algemene Anatomie Atlas
P. 26

HET SPIERSTELSEL






            DE HALS EN NEK

           VOORAANZICHT                     mylohyoïdeuze spier                 tweebuikige spier                  onderkaak of
                                            Een spier die van de onderkaak   De kauwspier bestaat uit twee delen die  mandibula
                 platysma                    naar het tongbeen loopt en    verschillende richtingen op lopen en van elkaar  Een groot bot dat de
        Brede platte huidspier in de hals. De spier  onderdeel is van de structuren  zijn gescheiden door middel van een pees. De  onderste helft van de
        ligt direct onder de huid en loopt van dicht  onder in de mond. De spier trekt  eerste loopt van de kin naar beneden en wordt  kaak vormt.
        bij de onderlip en de kin naar de huid over  het tongbeen omhoog.  een pees die met het tongbeen is verbonden.
         het sleutelbeen. Bij samentrekking wordt                         Vanuit deze pees loopt het tweede deel terug en
          de huid van de kin en onderlip naar                             omhoog naar het uitsteeksel van het slaapbeen.
          beneden getrokken. Samen met de                                  De spier heeft als functie het opheffen van het  tongbeen of os
         depressorspier in de mondhoek wordt zo                             tongbeen, maar kan ook de onderkaak naar  hyoideum
            verdriet of afkeer uitgebeeld.                                  beneden trekken of de nek zijwaarts buigen.  Een U-vormig bot dat aan
                                                                                                                     de voorkant van de hals
                                                                                                                     ligt. Het is een
                                                                                                                     aanhechtingspunt voor
                                                                                                                     veel spieren in dit gebied.
                                                                                                                     buitenste
                                                                                                                     halsslagader

                                                                                                                     binnenste halsvene
       stylohyoïdeuze                                                                                               thyrohyoïdeuze
               spier                                                                                                of schildvormige
       Een dunne spier die                                                                                          tongbeenspier
         vanaf het puntig                                                                                           Een smalle spier die
        uitsteeksel van de                                                                                          van het tongbeen naar
        schedelbasis naar                                                                                           het schildvormig
       beneden loopt naar                                                                                           kraakbeen van het
        het tongbeen, dat                                                                                           strottenhoofd loopt.
        wordt opgetrokken.                                                                                          Deze spier tilt het
                                                                                                                    strottenhoofd op.
                                                                                                                     voorste
                                                                                                                     halsspier      29
                                                                                                                     Een spier die begint
                                                                                                                     in de slaap- en
        oppervlakkige
           halsfascie                                                                                                achterhoofdsbeenuit-
                                                                                                                     steeksels in de hals.
         Een peesblad of
                                                                                                                     Hij splitst zich naar
       aponeurose dat alle
                                                                                                                     beneden op in twee
       structuren in de hals
                                                                                                                     bundels: een ervan
            bedekt, met
                                                                                                                     gaat naar het
            individuele
                                                                                                                     manubrium van het
        verlengstukken die
                                                                                                                     borstbeen en de
       om de spieren in dat
                                                                                                                     andere naar het
          gebied liggen.
                                                                                                                     sleutelbeen. De spier
                                                                                                                     maakt rekken,
                                                                                                                     zijwaarts buigen en
                                                                                                                     roteren van de nek
                                                                                                                     mogelijk.
                                                                                                                    scheve halsspier
                                                                                                                    Een driehoekige spier
         schildvormig
           kraakbeen                                                                                                die dwars over de hals
                                                                                                                    ligt en van de
         De eerste van de                                                                                           halswervels in drie
       kraakbeenringen die                                                                                          spierbundels naar de
            samen het                                                                                               eerste en tweede rib
      strottenhoofd vormen.                                                                                         loopt. Hij helpt de nek te
      De voorste rand vormt                                                                                         versterken en deze
      een uitsteeksel dat de                                                                                        zijwaarts te buigen.
        adamsappel wordt
         genoemd, die bij
      mannen beter te zien
        is dan bij vrouwen.
                                                                                                           omohyoïdeuze spier
                                                                                                       De omohyoïdeuze spier bestaat uit twee
                                                                                                     delen die verschillende richtingen uitlopen en
        borstbeen-tongbeenspier   sternothyroïdeuze      manubrium van        sleutelbeen of clavicula  die met elkaar zijn verbonden door een pees.
       Een platte spier die van het tongbeen  of schildvormige  het borstbeen   Een plat, lang bot dat als  Een deel loopt verticaal naar beneden van
         naar het manubrium van het  borstbeenspier    Het bovenste gedeelte van het  scharnier tussen het borstbeen en  het tongbeen en loopt als pees onder de
        borstbeen loopt. Bij samentrekking  Een spier die van het schildvormig  borstbeen, waar sommige  het schouderblad zit. Het is ook  voorste halsspier door. Vandaaruit loopt het
         worden het tongbeen en alle  kraakbeen van het strottenhoofd  halsspieren zijn aangehecht.  een aanhechtingspunt voor veel  tweede deel overdwars naar de bovenste
       aangehechte structuren naar onderen  naar het manubrium van het           hals- en borstspieren.  rand van het schouderblad. De spier beweegt
               gedrukt.        borstbeen loopt. Bij samentrekking                                      het tongbeen en bijbehorende structuren
                                 wordt het strottenhoofd naar                                            naar beneden en naar achteren.
                                    beneden gedrukt.
   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31